Letselschade bij een kop- staartbotsing

Een kop-staartbotsing is een van de meest voorkomende auto ongevallen in Nederland. Jaarlijks zijn er vele letselschadezaken die dit behandelen. Maar wat is een kop-staartbotsing nou eigenlijk? En wie is er in dat geval aansprakelijk?

Een kop-staartbotsing is een botsing waarbij een voertuig achterop een ander voertuig botst. U kunt hierbij denken aan dat een voorligger hard remt waardoor u niet op tijd kan afremmen en u dus op de voorligger botst. Ook een plots overstekend dier waardoor u hard in de remmen moet en de achterligger achter op uw auto botst kan hieronder vallen. 

Aansprakelijkheid bij een kop-staartbotsing

De aansprakelijkheid bij een kop-staartbotsing kan afhangen van de situatie waarin deze is ontstaan. De meeste mensen denken dat bij een kop-staartbotsing de aansprakelijkheid altijd bij de achterligger ligt, echter is dit niet altijd het geval. In de gevallen waar het niet zo is, is er meestal sprake van een bijzondere manoeuvre, hieronder staan enkele situaties geschetst waarbij de achterligger wellicht niet aansprakelijk is.

Van achteren worden aangereden bij acuut remmen

Je rijdt in de avond op de snelweg naar huis. Je bent doodop van werk en plots denk je iets op de weg te zien en trapt hierdoor hard de rem in. Door jouw plotselinge remmen kan de achterligger niet meer op tijd afremmen en rijd je van achter aan. Uiteindelijk blijkt er niks op de weg te liggen maar toch heb je een ongeluk veroorzaakt, wat nu?

De aansprakelijkheid ligt in dit geval weer aan de situatie. Als de achterligger niet genoeg afstand heeft gehouden dan kan de aansprakelijkheid bij de achterligger liggen. Echter is het zo dat je hebt afgeremd zonder dat daar noodzaak bij zat en dit kan ervoor zorgen dat je aansprakelijk bent voor het ongeval.

Van achteren worden aangereden voor het stoplicht

Als je plots remt omdat het stoplicht van groen naar oranje springt en je achterligger niet tijdig kon remmen en dus achterop knalt. Tevens ligt de aansprakelijkheid weer af van de omstandigheden. Indien je nog ver van het stoplicht was of juist zo dichtbij dat je beter door had kunnen rijden, dan ligt de aansprakelijkheid mogelijk bij jou. Echter kan het zijn dat de achterligger niet genoeg afstand heeft gehouden en hierdoor dus niet tijdig kon remmen, in dat geval is de achterligger mogelijk aansprakelijk.

Na het inhalen van achteren worden aangereden

Dit soort ongevallen gebeuren veelal op de snelweg. Het kan namelijk zijn dat je je voorligger inhaalt en dat je hierna door diezelfde persoon van achteren wordt aangereden. Op de snelweg kunnen aparte situaties ontstaan. De aansprakelijkheid ligt aan of je genoeg ruimte hebt gelaten voor degene die u inhaalt, indien dit niet het geval is kan jij mogelijk de aansprakelijke zijn. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat degene die u inhaalt hierdoor geïrriteerd raakte en gas bijgaf, als dit de reden is dat het ongeval is ontstaan dan is degene die u heeft ingehaald vanzelfsprekend aansprakelijk.

Hard in de remmen door overstekend dier

Stel je voor dat je aan het rijden bent en je ziet opeens een kat oversteken, je trapt hard op de rem omdat je de kat niet wil raken. Als gevolg hiervan kan de achterligger niet op tijd remmen en word je van achteren aangereden. Bij dit soort situaties geeft de Wegenverkeerswet aan dat een klein dier geen reden is om hard in remmen te gaan als er sprake is van een achterligger. Je veroorzaakt hierdoor namelijk een gevaarlijke situatie die voorkomen had kunnen worden door – heel hard gezegd – door te rijden. 

Indien de achterligger echter te dicht achter u reed kan hij alsnog aansprakelijk worden gesteld.

Achterligger dus niet altijd aansprakelijk

Als het gaat om een kop- staartbotsing kan je er dus niet altijd vanuit gaan dat de achterligger aansprakelijk is. Bij een bijzondere manoeuvre kan het zelfs zijn dat de voorligger aansprakelijk is. Het bepalen van de aansprakelijkheid is echter niet zo makkelijk gedaan, daarom is het altijd beter om een letselschadespecialist in te schakelen die jou hiermee helpt.

Bron: Artikel 54 RVV 1990